Hoofdstuk 1

Deel 1. DE NEUTRALE LIJN

Plooien van 180° tot 90°

Zoals vermeld in de inleiding kunnen we gans het plooiwerk indelen in drie delen, plooien van 180° tot 90°, 90° en plooien kleiner dan 90°, elk met zijn specifieke gedragingen.

Wij beginnen vanaf een platte plaat (180°) en evolueren stilaan naar 90° en doen ondertussen wel de vergelijking tussen de veel besproken neutrale lijn en de werkelijke situatie.
Het probleem dat zich het meest stelt bij het plooien van platen en profielen is te weten welke lengte een werkstuk moet hebben opdat het na het plooien exact aan de gevraagde eisen zou voldoen. Al vroeg hebben de meeste bedieners van plooimachines ervaren dat de gegevens welke men ontving van een studiebureel slechts af en toe, en meestal helemaal niet, klopten met de werkelijkheid. Veelal lag dit enkel aan het hanteren van verschillende 'aftrektalbellen' of waren de berekeningen gebeurd via de zo gezegde 'neutrale lijn'. Bij de neutrale lijn gaat men er van uit dat er enkel een vervorming van het materiaal gebeurt in het gedeelte vervat tussen de raaklijnen van de cirkelboog tot het centerpunt van die boog. De neutrale lijn ligt in het midden van de plaatdikte en is dus gemakkelijk te berekenen.


Daar dit werk bedoeld is om een beter inzicht te geven in de werkelijke situatie is het nuttig te weten hoe sommige studieburelen aan hun maten komen. En om daarop dan gepast te kunnen inspelen is een tabel en grafiek van deze neutrale lijn bijgevoegd. (Fig. 001 toont de gebruikte gegevens.)

De neutrale lijn zou de theoretische snijmaat zijn. Gezien we uit ervaring weten dat enkel de buitenmaten voor ontwerp en controle interessant zijn, toont de grafiek en tabel de maat welke dient te worden afgetrokken van de som der buitenmaten om de snijmaat te bekomen.
D wordt dan (A + B) - aftrek van de gevraagde hoek.

Ergens is het ook normaal dat bij kleine plooihoeken en bij gebruik van grote plooicenters de neutrale lijn praktisch overeenkomt met de werkelijke maat, zo zal de snijmaat van een te centeren plaat praktisch gelijk zijn aan de buitendiameter van de gevraagde buis min een plaatdikte vermenigvuldigd met p (3,14). De gemaakte fout zal in deze gevallen meestal te verwaarlozen zijn zodat hier zonder problemen gebruik mag gemaakt worden van de neurale lijn.

Eveneens kan een foutfactor gebruikt worden die dan bij plooien met kleine nauwkeu-righeid kan gehanteerd worden. De afwijking door eigen gereedschap en machines zal dan al gedeeltelijk zijn gecompenseerd. Er is wel een voorbeeld in een volgend hoofdstuk.

AFTREKKEN VOLGENS DE NEUTRALE LIJN

 

170°

160°

150°

140°

130°

120°

110°

100°

90°

1 mm

0,07

0,2

0,29

0,42

0,57

0,74

0,96

1,25

1,65

2 mm

0,16

0,37

0,61

0,79

1,05

1,37

1,75

2,25

2,86

3 mm

0,26

0,54

0,83

1,16

1,53

2,01

2,55

3,25

4,1



Deel 2. WERKELIJKHEID



Zoals reeds vermeld is het gebruik van deze tabellen alleen informatief. Bij een plooiproef zal al vlug blijken dat er heel grote verschillen te voorschijn kunnen komen.
Voor onze test nemen we een half harde (HH) aluminium plaat van 2mm dik, 100 mm breed en met een lengte van +/- 500 mm. We noteren de exacte maat aan beide uiteinden.



We plooien deze plaat op een willekeurige maat. Bvb. (+/-)30 mm en ongeveer 135°, en we gebruiken de traditionele gereedschappen, plooimes straal 1 mm, plooi V 8 X plaatdikte of 16 mm. Tekening NRM 02. Hier kunnen we stellen dat de afwijking klein is; ca. 0,13 mm.
Bij de tweede test plooien we onder dezelfde omstandigheden 90°, samengevat in tekening NRM 03, en nu is er wel degelijk een verschil: 0,54 mm. Een fout die na verschillende plooien echt kan doorwegen. We hebben de proef gedaan voor plaatdikten tot 4 mm, dit waren de resultaten:

1 mm = R/1 mm - V / 8 mm Neutrale lijn aftrek 1,65 mm- proefaftrek 1,9 mm--verschil 0,25 mm.
2 mm = R/1 mm - V/16 mm N.L. aftrek 2,86 mm- proefaftrek 3,4 mm--verschil 0,54 mm.
3 mm = R/1 mm - V/24 mm N.L. aftrek 4,10 mm- proefaftrek 4,9 mm-- verschil 0,80 mm.
4 mm = R/1 mm - V/32 mm N.L. aftrek 5,28 mm- proefaftrek 6,4 mm-- verschil 1,11 mm.


Gaat er soms al een lichtje gaan branden?


Deel 3. AFTREKTABEL 180° - 90°

De tabel die hierna volgt, werd opgesteld volgens de eerder vermelde methode, NL. het snijden van banden aluminiumplaat, +/- 120 mm breed en 1000 mm lengte, de maten op het uiteinde werden nauwkeurig genoteerd op de platen, waarna ze in de respectievelijk V matrijs werden geplooid. De exacte maat na het plooien werd via projectievergroting afgelezen en de verschilmaten in onderstaande tabel genoteerd.
We raden de operatoren aan dezelfde methode te volgen voor 90° bij elke nieuwe levering van platen en de resultaten per fabrikant bij te houden. Door de verhouding van het gemeten resultaat met de tabel te bepalen kan men een vermenigvuldigingsfactor bekomen welke vermijdt dat alles opnieuw dient opgesteld te worden.

We deden deze test voor elektro-verzinkte plaat van 3 mm en bekwamen een factor 1,12. Dit hield in dat de aftrek voor die staalplaat van 3 mm bij een plooi van 90° = 4,9mm X 1,12, gelijk werd aan 5,48 mm . Bij testen met andere hoeken was de fout verwaarloosbaar klein, zoniet onbestaand.

AFTREKKEN PLOOIHOEKEN

van 180 - 90 graden Aluminium

( 12hh )

 

 

 

 

 

 

 

Plooi V = 8 X plaatdikte / R plooimes 1 mm

dikte - R. plooimes 1 mm

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

Hoek

1,0 mm

1,5 mm

2,0 mm

2,5 mm

3,0 mm

4,0 mm

5,0 mm

6,0 mm

180°

0,00

0,00

0,00

0,00

0,00

0,00

0,00

0,00

175°

0,06

0,09

0,12

0,14

0,17

0,23

0,33

0,39

170°

0,12

0,17

0,23

0,29

0,35

0,46

0,57

0,68

165°

0,18

0,27

0,35

0,44

0,53

0,71

0,88

1,05

160°

0,24

0,36

0,48

0,59

0,71

0,95

1,12

1,30

155°

0,31

0,45

0,60

0,76

0,92

1,20

1,48

1,76

150°

0,37

0,55

0,73

0,92

1,10

1,45

1,80

2,15

145°

0,45

0,66

0,88

1,09

1,31

1,73

2,16

2,58

140°

0,53

0,77

1,02

1,27

1,51

2,01

2,50

2,99

135°

0,61

0,90

1,18

1,46

1,75

2,31

2,88

3,44

130°

0,70

1,02

1,34

1,66

1,98

2,62

3,26

3,90

125°

0,81

1,17

1,53

1,89

2,25

2,98

3,70

4,43

120°

0,91

1,31

1,71

2,12

2,52

3,33

4,12

4,95

115°

1,04

1,49

1,94

2,38

2,84

3,74

4,63

5,54

110°

1,17

1,66

2,16

2,65

3,16

4,15

5,15

6,13

105°

1,33

1,88

2,45

3,00

3,54

4,64

5,74

6,84

100°

1,49

2,09

2,70

3,31

3,92

5,13

6,34

7,55

95°

1,69

2,37

3,05

3,73

4,41

5,73

7,05

8,37

90°

1,90

2,65

3,40

4,15

4,90

6,40

7,90

9,60

85°

1,76

2,43

3,09

3,67

4,25

5,75

7,08

8,41