In tekening 5.1 zien we alle gegevens welke voorkomen in zo een vervangende
De maten A en B zijn praktisch altijd gekend of kunnen voorop gesteld worden, wat no-dig is om de ontwikkeling maat te berekenen is de afstand tussen de buiten hoeken gemeten parallel aan de schuine zijde.
We dienen natuurlijk de lengte van de rechte tussen de twee hoeken te kennen namelijk D, de stelling van Pitagoras is hier van toepassing.
Eenmaal D gekend passen we het ezelsbrugje nog eens toe om C te kennen.
De plooihoek vinden we door eerst X1 te bepalen, Tang X1 = A/B.
X2 is het verschil in hoek tussen X1 en X, X2 kunnen we bepalen,
Sin X2 = Plaat dikte / D.
Het verschil van X1 - X2 = X of de te plooien hoek.
Om het allemaal wat overzichtelijker te maken is alles in onderstaand tabelletje nog eens samen gevat. Het is aan te bevelen het gebruik te oefenen zodat deze routine wordt, het resultaat klopt met de berekening en dat is heel aangenaam en spaart U veel probeer werk! |