Hoofdstuk 6

Raakpunt en diepte regeling

Dit hoofdstuk is voornamelijk bedoeld om de machine operator een inzicht te geven in de overeenkomst tussen plooihoek en insteldiepte. Een zeer interessant gegeven voor de operator is te weten waar het punt gelegen is waar het plooimes de V - blok zal raken, daar de indicatie bij de diepte regeling meestal overeenkomt met een mm verdeling kan gemakkelijk het raakpunt bij de verschillende plaat dikten gevonden worden. Om het raakpunt van de V - blok te bepalen veranderen we zo stelselmatig de diepte regeling tot de ram op zijn laagste punt juist een plaat van gekende dikte raakt. De simpelste manier is op de laagste stand van de ram nog juist licht klemmend die plaat tussen plooimes en V - blok te schuiven, wel enkele seconden wachten zodat de aanslagen van de ram zeker geraakt zijn(naveren). Dit raakpunt bepaling dient voor elke V - blok maar eens gedaan te worden en kan ook best op een gegevens boek van de machine genoteerd worden. De combinatie van plooimes en V - blok zal uiteraard ook voor verschillen zorgen. Bij een diepte regeling die in tienden van mm is uitgevoerd en een test plaat van 2mm dienen we dus 20 van het gevonden raakpunt af te trekken om het exacte raakpunt te vinden.



Tek. 6.0 duidt zo het raakpunt aan en in de volgende tekening 6.1 kunt ge de theoretische inregeldiepten zien voor een plaat van 3 mm in een V van 24 mm.

Als we aannemen dat de aanduiding op de diepte regeling b.v. 600 bedroeg moeten we eerst 30 bijtellen om op het raakpunt van 3 mm plaat te komen en vervolgens, afhanke-lijk van de gewenste plooi de instelling wijzigen, de aanduiding op deze tekening is in mm zodat voor 135° de theoretische instelling zal worden: 600 + 30 - 48,8 of 581,2. Deze maat is zoals gezegd theoretisch, de werkelijke diepte zal door het terug veren van de plaat zeker kleiner zijn. In elk geval zal men niet te diep zijn ingesteld zodat noch het werkstuk noch de plooi-blok beschadigt zal worden. Voor 90° is het gevaar anders groter en om bij eventuele rekenfout toch geen risico te lopen nemen we de juiste druk instelling en een niet te kleine plaat. Tek. 6.2 toont de diepten voor een plaat van 2 mm en een diepe V van 16 mm en 30°.



De grafiek in Tek. 6.3 laat ons het theoretisch verloop zien van de diepte regeling vol-gend uit het eerste voorbeeld.



Tek. 6.4 combineert de twee V van 24 / 90° en een V van 16



Het gebruik van deze grafieken is simpel, onder kiest men de gewenste plooihoek en op het snijpunt van de verticale lijn met de grafiek leest men links de insteldiepte af. De insteldiepte wordt dan: raakpunt plaat min afgelezen waarde.

Als we in ons hoger genomen voorbeeld de plaat van 3 mm in een V van 24 mm onder een hoek van 110° willen plooien wordt dat dan : 600 + 30 - 78 (afgelezen waarde) of 552 .

De meeste bedieners weten dat ze in een bepaalde V eveneens platen van 1 mm klei-ner of groter kunnen en mogen plooien zonder te veel tegen de algemene regel te zon-digen, soms is dat wel noodzakelijk, daarom heb ik bij de volgende tabellen deze plaat dikten eveneens vermeld.

Tabel Tek 6.5 V - 12 mm / plaat dikte 1,5 mm.



Tabel Tek.6.6 V - 24 mm / plaat dikte 3 mm.



Tabel Tek. 6.7 V - 38 mm / plaat dikte 5 mm.



Tabel Tek. 6.8 V - 78 mm / plaat dikte 10 mm.