Hoofdstuk 7

Berekenen en tekenen van in 90° aaneen sluitende hoeken





Zoals reeds vernoemd in hoofdstuk 2 is 90° de meest voorkomende plooi, dit is zeker nog meer het geval bij twee aansluitende platen. Tek. 7.0 geeft ons al een klein inzicht in de voorstelling er van, laten we ze dan ook even bekijken. Links onder staat de tekening zoals ze normaal zou moeten afgebeeld staan op een technische tekening, een voor en bovenaanzicht, meer is niet nodig om elk technisch geschoold persoon inzicht te geven in wat we willen bekomen. Merk wel de aanduiding in stippellijn die de geziene kant aanduid, heel belangrijk voor de reeds voorbehandelde platen, gelakt, skinplate enz.

Rechts van de tekening vinden we de ontwikkelingstekening, hier valt voor de technicus de maat aanduiding in de tekening op (27,55), dit is om misverstanden met de uitkap maten te voorkomen, een goede regel wordt dus ook alle maten in een tekening zijn instel plooimaten. De voorstelling is zo gemaakt dat de in de technische tekening met stippenlijn gemar-keerde zijden naar boven zijn weergegeven, dit maakt het voor de mensen die de voor-bereidende werken aan de plaat uitvoeren zoals ponsen, uithoeken en traceren gemak-kelijker bij het hanteren van de plaat en voorkomt heel wat beschadigingen, ook weet de programmeur van de CNC ponsmachine of lazer hoe de plaat op de machine zal behandeld worden. Als we de plaat en machine gegevens even op een rij zetten, V - 24 mm, o, 5 mm straal van het plooimes en de tabellen uit hoofdstuk 2 hanteren, 3 mm Aluminium plaat HH, levert dit een aftrek op van 4,9 mm. De plaat ontwikkelingsmaten is dus snel gevonden: 100 + 30 - 4,9 = 125,1 mm, de breedte wordt dan: 50 + 30 - 4,9 = 75,1 mm. Nu de uitkap, in het boven aanzicht zien we duidelijk dat de 50 mm de werkelijke maat is, een eerste logische maat bepaling zou zijn, ontwikkelingsmaat - 50 mm of 75,1 mm - 50 mm = 25,1 mm. Dit is perfect juist, enkel is deze werkwijze dikwijls niet te gebruiken en daarom even naar de andere zijde van de uitkap kijken, boven rechts is een detail van het vooraanzicht getekend, hier ziet U twee maten aangeduid, 30 en 3,5 mm, hier is de 30 mm de buitenmaat tot de plooi en de 3,5 mm de plaat dikte + 0,5 mm speling nodig om de 90° plooi te kunnen halen. Het totaal is dus 33,5 mm, als we deze som met de aftrek, hier dus 4,9 mm verminderen krijgen we de uithoek maat in lengte richting of 33,5 - 4,9 = 28,6 mm. Passen we dit als proef eens toe op de breedte maat dan wordt dat 30 - 4,9 = 25,1 mm.

Deze methode is altijd toepasbaar, de aanzichttekeningen zullen veelal de basis vormen voor de berekening van de uitkap maten. Laten we even een stapje verder gaan, een dubbele plooi aansluiten haaks aan een derde, Tek. 7.1 toont ons het gegeven, weer volstaan twee aanzichten om de ontwikkelingsmaten en de uitkap maten te bepalen, volg maar.



Weer hebben we de ontwikkelingstekening, veelal ook uitslag genoemd, zo getekend dat de eventueel reeds bewerkte zijde naar boven is geplaatst.
De uitslagmaten zijn weer simpel te bepalen, In de lengte: 100 + 30 - 4,9 = 125,1 mm.
In de breedte: 50 + 30 +20 - (2 x 4,9) = 90,2 mm.
De uitkap diepte in de lengte: 30 + 3,5 - 4,9 = 28,6.
In de breedte: 20 + 30 - (2 X 4,9) = 40,2 mm.
Zoals ge ziet wordt hier op dezelfde wijze gerekend als bij de enkele plooi, tot de theoretische rand.

Alhoewel het niet de bedoeling is hier een oefenboek van te maken hebben we in Tek. 7.2 enkele voorbeelden van hoekplooien samen gebracht, er zijn geen maten aangebracht, aan U om de proef op de som te maken.
De tekening hoeken zijn scherp gehouden, dit zijn de punten die men moet gebruiken om de uitslagen te berekenen, altijd de snijpunten van de buiten lijnen, altijd de buiten maten. In de linker onderhoek zijn twee voorbeelden waar de hoeken met pijltjes is aangeduid, dit is om er U attent op te maken dat zonder deze afronding de plaat bij het plooien zou beschadigt worden, de binnenkant van de overslagplooi is immers dezelfde als de ronding van het plooimes. Dus hoe groter die radius hoe groter de afronding moet zijn voor het plooien.



Alhoewel het eenvoudiger is om hoeken haaks op de plooilijnen uit te kappen wordt soms om esthetische reden gevraagd de hoeken onder 45° aan te sluiten, Tek. 7.3 geeft U een voorbeeld, de speling tussen de schuine kanten is op 0,5 mm gehouden.
Een voorbeeld van een complex haaks uitgewerkte hoek volgt in Tek. 7.4 evenals de foto van de hier uitgewerkte platen.









De speling is op 0,3 mm gehouden en kan met een lichte tik op de hoek perfect gesloten worden.